Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997

 

Artikel 27
1
Met betrekking tot de taken als bedoeld in artikel 24 en 25 komen de kamers jaarlijks, na overleg met Onze Minister en de overlegorganisaties, overeen welke activiteiten door de kamers in het eerstkomende kalenderjaar op zoveel mogelijk uniforme wijze worden verricht.
2
Het secretariaat met betrekking tot de afspraken bedoeld in het eerste lid wordt gevoerd door het samenwerkingsverband.
3
Het samenwerkingsverband zendt de afspraken jaarlijks vóór 15 september aan Onze Minister.
4
De afspraken behoeven de instemming van Onze Minister.
5
Onze Minister beslist binnen 6 weken na het verstrijken van de in het derde lid genoemde termijn, of hij met de afspraken instemt.
6
De in het vijfde lid bedoelde instemming wordt geacht te zijn gegeven, indien binnen de in dat lid genoemde termijn van 6 weken geen bericht van instemming is verzonden of geen bericht is verzonden dat de beslissing omtrent instemming wordt verdaagd, dan wel binnen de termijn waarvoor de beslissing is verdaagd, geen beslissing omtrent instemming is genomen.
7
Indien de in het derde lid bedoelde termijn is verstreken zonder dat Onze Minister de afspraken heeft ontvangen of indien Onze Minister niet met de afspraken heeft ingestemd, kan Onze Minister bij regeling vaststellen welke activiteiten door de kamers in het eerstkomende kalenderjaar op zoveel mogelijk uniforme wijze worden verricht.
8
Het samenwerkingsverband brengt jaarlijks vóór 1 april aan Onze Minister verslag uit over de uitoefening van de activiteiten, bedoeld in het eerste of zevende lid, in het voorgaande kalenderjaar.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •